Dolf Henkes, Landverhuizers, 1930, olieverf op papier, 68 cm x 49 cm, AB13129, Rijkscollectie RCE.

Een schichtig om zich heen kijkende man met baard, hoed, stok en knapzak, een vrouw met hoofddoek en een vermoeide blik en een kind die de kijker ondeugend aankijkt. Het zijn landverhuizers, geschilderd door Dolf Henkes (1903-1989) in 1930.

Landverhuizers, vluchtelingen, kolonisten en emigranten zijn benamingen voor mensen die hun geboorteland verlaten om elders een nieuw bestaan op te bouwen. Bijna per definitie is hun leven onaangenaam geweest, want niemand verlaat immers zijn geboortegrond als die alleen maar goed voor hem is.

Rotterdam als tussenstation

Rotterdam was eeuwenlang een knooppunt voor vluchtelingen. Honderdduizenden landverhuizers vertrokken er, sinds de achttiende eeuw, aan boord van schepen. Het waren vooral armen en mensen uit Oost-Europa die vanwege hun geloof vervolgd werden en vanuit Rotterdam uitweken naar de Verenigde Staten. Voorbij Rotterdam lag iets waarvan zij hoopten dat het beter was dan wat ze achterlieten. De zware reis ging meestal gepaard met een lang verblijf in het tussenstation Rotterdam, weken wachten tot de boot vertrok. Inwoners van de Maasstad kwamen maar zelden met hen in contact. De landverhuizers wekten soms medelijden op, maar werden meestal met de nek aangekeken en ondergebracht in onaangename pensions en landverhuizershotels.

Katendrecht als inspiratiebron

Dolf Henkes bracht het grootste deel van zijn leven door in de Rotterdamse havenwijk Katendrecht. Zijn vader was schoenmaker en had een schoenmakerij gevestigd tegenover het Uraniumhotel aan de Brede Hilledijk. Dit volkshotel had maar liefst 1800 slaapplekken waar vooral Joodse landverhuizers verbleven. Met de Uranium Steamship Company, goedkoper dan de Holland-Amerika Lijn, vertrokken ze later naar de nieuwe wereld.

Tijdens een interview in 1988 in de NRC vertelde Henkes over de landverhuizers op Katendrecht: “Voor ze hier vertrokken, gingen ze bij mijn vader langs om nog een paar schoenen te laten maken, dan was dat tenminste geregeld. Nog altijd zie ik voor me hoe ze, vol verlangen naar het nieuwe land, op de trap van hun hotel zaten te bidden. Aan boord van de schepen van de Holland-Amerika Lijn sliepen ze tussendeks in de benauwde ruimen, waar ook koppels kippen werden gehouden om onderweg bij de rebbe te offeren. De Nederlanders die op die schepen werkten, vertelden vol trots in de kroegen dat ze die mensen een gulden voor een glas water lieten betalen. Je vervloekte die lui, maar in feite stond je machteloos. Een tijdlang was ik vol van die taferelen, ik kon nergens anders meer aan denken.”

Nalatenschap

Voordat Henkes in 1932 besloot zich geheel aan de kunst te wijden, werkte hij als smid, fijnbankwerker en op de vaart als derde machinist op het kolenschip Schieland. Naast zijn werk als kunstenaar deed hij vrijwilligerswerk in het door paters kapucijnen opgerichte ‘Apostolaat ter zee Stella Maris’. Zijn directe omgeving Rotterdam, de haven en het geloof waren belangrijke thema’s in zijn werk. Henkes had in het apostolaat zijn eerste Rotterdamse tentoonstelling en tussen 1933 en 1939 werden zijn tekeningen gepubliceerd in het vooruitstrevende katholieke kunsttijdschrift ‘De gemeenschap’. Opmerkelijk is dat Henkes zijn religieuze schilderingen en tekeningen bevolkte met dezelfde ‘typen’ als zijn landverhuizers. Het heilige gebeuren werd hiermee een verhaal van gewone mensen uit zijn directe omgeving en eigen tijd.

In 1987 liet Henkes bij testament nagenoeg alle werken in zijn atelier na aan de Nederlandse Staat. Daarmee werd Landverhuizers onderdeel van de Rijkscollectie RCE. Lange tijd  is het werk door de Rijksdienst in bruikleen gegeven aan Verhalenhuis Belvédère op Katendrecht. Hier droeg het schilderij bij aan het verhaal van nu over ‘je thuis voelen in de wereld van vandaag’, ‘ertoe doen’ en ‘wat het betekent als je van je thuis wordt beroofd’.

Vanaf 15 mei is het schilderij Landverhuizers te zien in Fenix, het nieuwe kunstmuseum over migratie in Rotterdam.

Deze tekst is geschreven door bruikleenconservator Nathalie Menke van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Beeld: Dolf Henkes, Landverhuizers, 1930, olieverf op papier, 68 cm x 49 cm, Rijkscollectie RCE

                 

Dolf Henkes in Fenix, het nieuwe kunstmuseum over migratie in Rotterdam

Recent Posts